Hoornbeeck College
Locaties

Beleidsadviseur Wim Verweij blikt terug op de samensmelting in 1997 van het Plancius College en het Saldenus College tot het Hoornbeeck College. Een fusie die ronduit bijzonder genoemd mag worden. Waar alle mbo-instellingen vanuit de overheid in 25 regionale opleidingscentra (roc’s) worden samengevoegd, blijft er ruimte voor enkele identiteitsgebonden instellingen, waaronder twee reformatorische. Maar die moeten wel fuseren.

 

Het verhaal van de clustering in het middelbaar beroepsonderwijs begint al in de jaren ’80 van de vorige eeuw. Gedurende drie achtereenvolgende kabinetten-Lubbers komt er marktdenken in het onderwijs. Verweij: “Ambtenaren dachten, als we al die kleine instellingen clusteren binnen één regionale instelling, levert dat efficiency op. In feite is de roc-vorming een tekentafelidee, maar dit betekende in principe wel het einde van reformatorisch beroepsonderwijs. In de periode 1991 tot 1997 is er daarom via formele en informele lijnen gepraat met politici in Den Haag.”

Van der Vlies

Het bestuur van de Vereniging voor Voortgezet Onderwijs op Reformatorische Grondslag bespreekt de gevolgen van de clustering voor het eerst in november 1991. Dit in het bijzijn van bestuurslid en SGP-fractievoorzitter ir. B.J. van der Vlies. Afgesproken wordt dat hij minister Ritzen polst over eventuele ruimte voor het reformatorische mbo. De bewindsman antwoordt vaag op vragen van de SGP’er: het toelatingsbeleid, essentieel voor Saldenus en Plancius, zou niet hoeven te wijzigen.

Donkere wolken

Het antwoord is zo vaag dat de directie van het Saldenus College de notitie Donkere Wolken’ schrijft en in 1993 het gesprek opent met het Plancius College dat in Rotterdam en Goes actief is. Omdat minister Ritzen in de tussentijd stevig koerst op roc-vorming zonder ruimte voor uitzonderingen, deelt Van der Vlies zijn zorgen met CDA-onderwijswoordvoerder Reitsma. Die sluit zich aan bij het standpunt de
SGP-voorman: er moet ruimte blijven voor christelijk middelbaar beroepsonderwijs. De verontruste scholen sturen in 1994 en 1995 menige brief naar zowel de minister als afzonderlijke Kamerfracties.

Amendement

Maar de trein van minister Ritzen rijdt door en mondt uit in de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB), die in 1995 is aangenomen. Tijdens de behandeling in de Tweede Kamer lijkt het fout te gaan voor het reformatorisch mbo (en voor het vrijgemaakt-gereformeerde Menso Alting College in Groningen). Minister Ritzen wil geen ruimte bieden. Van der Vlies en GPV-collega Schutte kiezen voor een milde toonzetting, terwijl Reitsma de minister stevig aanpakt. In de wandelgangen benaderen ze hun collega’s van VVD en PvdA, die beide deelnemen in het (‘paarse’) kabinet. Ze weten hen te overtuigen een amendement op de WEB in te dienen. Daarin wordt ruimte geboden aan drie bij name genoemde scholen: Saldenus, Plancius en Menso Alting. Door deze namen vast te leggen, wordt voorkomen dat andere scholen in de toekomst ook een uitzonderingspositie kunnen claimen. Dit maakt het amendement voor de minister acceptabel.

John Lilipaly

Het amendement wordt aangenomen dankzij de beslissende stem van PvdA-Kamerlid John Lilipaly. De genoemde scholen staan omschreven als ‘scholen van een zeer bijzondere signatuur’. Dit geeft de bestuurders direct huiswerk mee, de ruimte die de wet biedt geeft óók een grote verantwoordelijkheid om werk te maken van de identiteit en de uitzonderingspositie. Te beginnen met de fusie
tot één landelijk opererend reformatorisch opleidingscentrum. Dit proces wordt in 1997 afgerond met de vorming van het Hoornbeeck College. Een reformatorische instelling die de eerste jaren niet mag groeien, het aantal opleidingen is bevroren door het ministerie. Maar na een wetswijziging in het jaar 2000 gaat deze begrenzing eraf en ontwikkelt het Hoornbeeck zich tot wat het nu is: een grote reformatorische opleider met zes vestigingen.