Hoornbeeck College
Locaties

De werkgroep bouwt voort op eerdere bevindingen van het lectoraat ‘Vorming vanuit de Bron’ (2015-2019). Een van de aanbevelingen van het lectoraat is dat ouders en andere opvoeders jongeren bewust moeten aanleren hoe zij persoonlijk Bijbellezen. Aangezien Bijbellezen een van de meest belangrijke manieren is waardoor God zich bekend maakt, vond de werkgroep dit een onderwerp met de hoogste urgentie.

Bijbelleesgedrag

Het onderzoek is opgedeeld in drie delen, allereerst onderzoeken we met een vragenlijst hoe het Bijbelleesgedrag eruit ziet bij mbo-jongeren. Dit bekijken we ook in een bredere context, in hoeverre ze zich leesvaardig voelen, er een leescultuur is thuis en vergelijken we met het persoonlijk Bijbelleesgedrag van ouders. Het tweede deel zoomt in op de inschatting van docenten van de Bijbelleesvaardigheid van mbo-jongeren. Dit om in een opvoedsituatie in kaart te brengen in hoeverre docenten aansluiten bij het niveau van mbo-jongeren. Als laatste gaan we in gesprek met mbo-jongeren en opvoeders wat zij als helpende en belemmerende factoren ervaren bij het (aanleren van) persoonlijk Bijbellezen.

Eerste bevindingen

De uitkomsten van dit onderzoek worden als een reisverslag uitgegeven. Onlangs is het eerste deel uitgekomen. Een paar bevindingen in het kort:

  • Naarmate jongeren ouder worden, hechten ze meer belang aan de Bijbel. Een kwart geeft ‘neutraal’ aan bij het belang van de Bijbel, en een klein percentage vindt de Bijbel niet belangrijk.
  • De betekenis van de Bijbel is bij mbo-jongeren vaker neutraal dan bij ouders. Tegelijk is een klein percentage zeer positief of zeer negatief over de Bijbel (ca. 6%).
  • Zo’n 60% van de mbo-jongeren leest dagelijks de Bijbel. Jongeren die aangeven de Bijbel belangrijk te vinden, lezen ook vaker.
  • Er zijn verschillende redenen waarom mbo-jongeren de Bijbel niet persoonlijk lezen: geen interesse, door omstandigheden (gebrek aan concentratie) of niet-aangeleerde gewoonte.
  • Mbo-jongeren die eerder wel lazen, stopten met lezen na de basisschool, en een iets kleinere groep na het voortgezet onderwijs.
  • De Statenvertaling wordt het meest gelezen, door zowel opvoeders als mbo-jongeren. Daarna de HSV. Het lijkt erop dat mbo-jongeren doorgaans dezelfde Bijbelvertaling lezen als die thuis aan tafel wordt gebruikt.

Vervolg en nieuwsbrief

Dit zijn een aantal bevindingen uit de eerste deelstudie. Er komen nog een aantal nieuwsbrieven met meer uitkomsten. Aan het einde bundelen we de uitkomsten samen en mondt dit onderzoek uit in een pedagogisch-didactische handreiking voor opvoeders hoe zij mbo-jongeren kunnen helpen persoonlijk Bijbellezen eigen te maken.

Wilt u op de hoogte blijven? Abonneert u zich hier op de nieuwsbrief.