
Twee dingen vallen op als je binnenstapt bij Willem de Potter, vertrekkend bestuurder van het Hoornbeeck College en Van Lodenstein College. Zijn werkkamer met uitzicht op het oude klooster van locatie Amersfoort is klein, en er ligt een grote Statenbijbel opengeslagen. Wat zegt dat over hem?
“De Statenbijbel is eigenlijk een statement. We zijn een school met een open Bijbel en hier ligt er één open. Als ik online vergader, bijvoorbeeld met de mbo-raad, zet ik mijn laptop soms zo, dat de Bijbel op de achtergrond te zien is. Mensen vragen er dan weleens naar aan het begin van een vergadering.
Waarom deze kamer niet zo groot is? Ik wil hier niet hele dagen zitten. Om de verbinding te houden, probeer ik veel op de locaties en in de personeelskamers te komen. Dat is ook nodig, want als ik bij de mbo-raad of op het ministerie zit, moet ik weten wat er in de school gebeurt.”
Uw laatste werkdag komt eraan. Hoe voelt dat?
“Je moet een keer stoppen met je werk, zo nuchter moet je zijn. Maar het zal wennen zijn, want ik houd gewoon van de school. De collega’s zijn bevlogen, werken hard, hebben veel liefde en aandacht voor de jonge mensen. Op Hoornbeeck ben je als student geen nummer en dat komt door onze collega’s. Blijkbaar is er ook zoiets als een gemeenschappelijk Hoornbeeck-gevoel én een regionaal accent want iedere locatie is anders maar toch hetzelfde. Ik houd van die cultuur.
Persoonlijk ben ik dankbaar. Ik vertrek op een moment dat de scholen er goed voorstaan, in goede gezondheid, terwijl mijn opvolger al aan de slag is. Ik werk nog elke dag met plezier en mag dat tot het laatste moment doen. Dan denk ik: tel je zegeningen.”
Na 18 jaar neemt u afscheid als bestuurder van het Hoornbeeck College. U heeft zowel millenials als GenZ zien afstuderen. Wat is er veranderd?
“De school is veel groter geworden en er is veel gebeurd: nieuwe opleidingen, een nieuwe locatie, start van volwassenenonderwijs, nieuw- en verbouw. Maar ondanks die groei zijn we op locatie kleinschalig gebleven. We streven naar kleine teams zodat docenten elkaar kennen en studenten gekend worden. De school was hiërarchischer, nu is er meer eigenaarschap op locatie- en teamniveau.”
– tekst loopt door onder de foto’s –
Zit daar een persoonlijke Potter-touch in?
“Ik geloof niet in één baas die alles regelt. Dat is niet mijn uitvinding; je ziet het overal gebeuren. Ook bij Hoornbeeck, en het werkt. Er is hier een gezond spanningsveld tussen eigenaarschap van de locatie en elkaar school-breed vasthouden. De opleidingsmanager heeft daarbij een sleutelfunctie. Hij zit aan de sectortafel om mede het school-brede beleid te bepalen, en hij zit aan de locatietafel om dat landelijk beleid op locatie uit te voeren. Hetzelfde geldt voor de locatiedirecteuren: iedere directeur is verantwoordelijk voor zijn locatie, zit in het directieteam én heeft school-brede portefeuilles. Ik vind dat die dubbele verantwoordelijkheid heel goed werkt.”
En merkt u een verschil in generaties?
“Dat zie ik vooral onder de collega’s. Sommigen staan al dertig jaar voor de klas, anderen beginnen net. Ik vind het mooi dat jonge en oude collega’s samenwerken. Als student krijg je les van hele verschillende docenten. Hoornbeeck heeft geen prototype docent. Die diversiteit, daar houd ik van.
Het houvast in deze school is dat we allemaal op dezelfde grondslag werken. Het went nooit als je een dagopening meemaakt en er wordt gezongen. Ik heb weleens diploma-uitreikingen op andere scholen meegemaakt, dat is gewoon kaal. Hier wordt gezongen, we lezen uit de Bijbel en geven wat mee voor de toekomst. Je zou willen dat het hele onderwijs in Nederland zo was.”
Hoe kunnen we vasthouden aan die identiteit en tegelijkertijd relevant zijn als mbo-school?
“Vasthouden aan de Bijbelse waarheid en de luiken naar buiten open; dat is nou precies onze visie. We leiden studenten op om een plaats in te nemen in een complexe, multiculturele samenleving. De luiken naar buiten móeten open, en dat geeft een spanning. Het is onze taak om biddend en Bijbellezend in die spanning te staan.
Mijn overtuiging is: wij moeten goed onderwijs leveren omdat Gods Naam aan onze school verbonden is. Dan kun je niet maar een beetje aanrommelen en slechte inspectierapporten hebben. We leveren studenten af met een diploma, en dat willen we goed doen.”
"Mijn overtuiging is: wij moeten goed onderwijs leveren omdat Gods Naam aan onze school verbonden is"
De jongeren werken straks samen met mensen die ze hier in de schoolgangen niet ontmoeten. Hoe bereiden we ze daar op voor?
“Voor alle opleidingen en niveaus hebben we godsdienstreaders ontwikkeld over allerlei thema’s. Werken als een christen, waar sta je voor, zorgen rondom het levenseinde, noem maar op. Achttien jaar geleden hadden we dit niet. Als school beseffen we dat jongeren toerusting nodig hebben; ze moeten kunnen uitleggen waarom ze christen zijn.
Ik zat eens in een Verpleegkunde-les waar een moslima was uitgenodigd. Met een tas vol attributen, zoals gewaden en een gebedsklok, liet ze zien hoe een moslim thuis leeft. Onze studenten in de thuiszorg komen straks ook bij moslims thuis. Die les was er niet om een ander geloof te propageren, maar om respectvol met die mensen om te kunnen gaan. Wat zou het mooi zijn als onze jongeren lichtende lichten in deze donkere samenleving zijn. Dat is Gods werk, wij kunnen het niet maken. Maar het is wel mijn ideaal. Je hoopt dat iedere student een beetje evangelist is.”
Wat wilt u tegen studenten zeggen die hun diploma op zak hebben?
“Na je diplomering laat je als student veel los: het schoolleven, het contact met Hoornbeeck, een deel van je medestudenten. Wat ik wil zeggen: laat de Bijbel nooit los. In de Bijbel staat: tot Wien zullen wij heengaan? Gij hebt de woorden des eeuwigen levens. Als je de Bijbel loslaat, wat krijg je ervoor in de plaats? Leegte. De Bijbelse boodschap is van levensbelang.
De meeste studenten komen prima terecht. Ze hebben een goede opleiding gehad, er is werk zat, weinig werkeloosheid. Daar maak ik me niet zo’n zorgen over. Maar houden ze vast wat ze meekregen en vertellen ze erover aan anderen? We moeten het onze medemens buiten de reformatorische bubbel ook gunnen.
Op school zitten zo’n 7.500 Hoornbeeck-studenten die in zo’n drie jaar op de arbeidsmarkt of in een vervolgopleiding komen. Stel dat ze allemaal met zo’n tien mensen in hun werkkring contact hebben en hen iets mogen laten zien of horen van hun christenzijn. Reken maar uit: dat zijn 75.000 mensen!”
Bekijk onderstaande video waarin Willem de Potter afscheid neemt van de studenten.