Naar hoornbeeck.nl
Terug naar alle verhalen

Zij-instromer Heidi: "Het was het waard om voor te gaan"

Na meer dan 20 jaar in de gehandicaptenzorg, was Heidi Bosman toe aan een nieuwe uitdaging. Die vond ze in het onderwijs, als docent en stagecoördinator in de sector Zorg en Welzijn. “Met werkervaring heb je goud in handen, dat kun je niet uit boeken leren.”

Scroll naar het einde van het verhaal om de video van Heidi te bekijken.

“Ik dacht dat ik de gehandicaptenzorg zou missen, maar omdat studenten zo met het werkveld verbonden zijn, mis ik het niet”, vertelt Heidi Bosman (43). Ruim drie jaar werkt ze nu als docente Welzijn en als stagecoördinator Maatschappelijke Zorg. Het mooiste vindt ze het contact met de studenten. Juist in deze sector maken zij een behoorlijke persoonlijke ontwikkeling door.

“De studenten moeten zichzelf leren kennen, weten wat hun sterke kanten en hun ontwikkelpunten zijn. Ze kunnen tegen hun stage opzien, omdat ze zich afvragen of ze het werk wel aankunnen. Maar als je ziet dat ze op hun stage helemaal op hun plek zitten, en je ze wijst op hun kwaliteiten – dan zie je dat hun zelfvertrouwen groeit.  In het derde jaar lever je een goede kracht af die met plezier en zelfvertrouwen zijn of haar werk doet. Uiteindelijk draag je daarmee ook bij aan de cliënten met een beperking, van het Leger des Heils tot ouderen, overal waar studenten naartoe gaan.”

“Als stagecoördinator ben je een verbindende schakel tussen het werkveld en de school”
Docent Heidi Bosman

‘Hoe doe ik dit?’

Niet dat het meteen heel makkelijk gaat. “In het begin heb ik staan zweten: hoe krijg ik deze klas met eerstejaars stil? Ik had wel een zomerschool gedaan, een midweek waarin je wordt klaargestoomd voor dit werk. Maar als je dan eenmaal voor die groep staat, is dat heel anders. Je komt van een werkplek waar je alles van A tot Z wist, en dan kom je nu in een nieuw werkveld. Dus het kostte wel veel energie.”

Ze heeft in die tijd veel steun van haar collega’s. “Ik kon aan hen vragen of ze wilden meekijken, of ze tips hadden. Je hebt die eerste maanden wel echt je team nodig. Maar het contact met de studenten vond ik meteen zo leuk, en ik vond het mooi om kennis over te dragen. Dus het was het waard om door te gaan.”

Praktijk

Juist dat ze uit de praktijk komt, ziet ze als voordeel. “Ik geef vakken met veel theorie over hoe je cliënten begeleidt, maar ik kan alles illustreren met praktijkvoorbeelden. Vóór die 17 jaar bij Siloah heb ik op een kinderdagcentrum met gehandicapte kinderen gewerkt, en ook die ervaringen zijn nog steeds waardevol. Met werkervaring heb je goud in handen. Dat kun je niet uit boeken leren. Als twintigjarige had ik dit niet moeten gaan doen. Maar de levenservaring die ik nu heb, geeft zelfvertrouwen.”

Studenten toerusten

Heidi probeert in haar lessen het christenzijn te laten doorklinken. “Als we oplossingsgerichte gespreksvoering behandelen, vraag ik bijvoorbeeld: ‘Kennen jullie voorbeelden uit de Bijbel waarbij deze gesprekstechniek werd toegepast? En hoe past dit bij een christen om op die manier gesprekken te voeren met cliënten?’”

‘Ik vind het belangrijk om studenten toe te rusten om straks midden in de wereld te staan’
Docent Heidi Bosman

“Ik vind het mooi om bij het Hoornbeeck te werken. Juist omdat onze studenten als christen vaak terechtkomen in een seculiere maatschappij, vind ik het belangrijk dat er docenten zijn om hen toe te rusten. En ik vind het Hoornbeeck gewoon een hele fijne werkgever. Er zijn goede opleidingsmogelijkheden, het staat heel goed aangeschreven. Stage-instellingen bellen me om te vragen naar studenten van het Hoornbeeck – dat vind ik wel heel erg mooi.”

Goede energie

“Op het Hoornbeeck willen ze graag dat je gaat doen waar je kracht ligt. Ik ben de opleiding van SoVa-trainer aan het volgen, en stagecoördinator past ook bij me. Je rooster wordt zo gecreëerd dat het voor jou het prettigst voelt. Het is echt niet 100 procent leuk wat ik doe, maar ik vind dat ze oog hebben voor de talenten van de werknemer. Ik ga heel graag naar m’n werk, ik krijg er goede energie van.”

“Omdat het zo leuk is, denk ik dat het voor iedereen zo is. Dat is ook wel mijn valkuil. Ik probeer bijvoorbeeld mijn broers warm te maken voor het werk in het onderwijs. En als ik een vacature zie die perfect past bij een oud-collega, moet ik op m’n tong bijten. Want in de gehandicaptenzorg zijn die collega’s ook heel hard nodig.”